- opknappen
- {{opknappen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [beter worden] pick up ⇒ revive♦voorbeelden:1 het weer is opgeknapt • the weather has brightened uphij zal er erg van opknappen • it'll do him all the good in the worldweer helemaal opgeknapt • (as) right as rainben je opgeknapt van die week vakantie? • did that week off do you any good?II 〈overgankelijk werkwoord〉1 [netjes/in orde maken] tidy up ⇒ do up, redecorate, 〈restaureren〉 restore2 [ten uitvoer brengen] fix ⇒ carry out3 [gevangenisstraf uitzitten] do (time)4 [opzadelen] shunt/fob off onto♦voorbeelden:1 de keuken opknappen • do up the kitcheneen huis laten opknappen • 〈van binnen〉 have a house redecorated/ 〈van buiten〉done uphet dak moet nodig eens opgeknapt worden • the roof needs fixing/repairing2 het vervelende werk door iemand anders laten opknappen • get someone else to do the boring workdat zal/kan zij zelf wel opknappen • she'll take care of it herselfhet op zijn eentje opknappen • tackle something alone3 hij heeft drie jaar opgeknapt in Scheveningen • he did three years in Scheveningen4 iemand opknappen met een rotklusje • land someone with a rotten choreIII 〈wederkerend werkwoord; zich opknappen〉1 [zich opfrissen] freshen (oneself) up
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.